Een situering in ruimte en tijd van Belchite, Goya, Fuendetodos en Zaragoza
Belchite Aragon Spanje
De weg, die lijnrecht door de vlakte loopt en krom tussen Oud- en Nieuw-Belchite, vormt daar een groeiende afgrond van een halve eeuw diep: zolang ligt het leven in de binnenbocht al stil, terwijl het aan de buitenkant, waar eerst enkel akkerland lag, het leven pas in ‘38 pas begon. Met blijvend zicht op een verleden dat in gruwel geëindigd was.


Fuendetodos, 16 km. ten westen van Belchite
In dat buurtdorp staat het nederig geboortehuis van Francisco de Goya y Lucientes (1754-1827), laatste oude meester en eerste moderne kunstenaar, één been in het ancien Régime het ander in de Nieuwste Tijd. Hij is schilder voor koning en kerk en publicist voor eigen rekening van kritische prenten, in albums met een logische opbouw en ondertitels, een soort beeldverhaal dus. Goya noemt zichzelf dan ook ‘auteur’, en verzoent verbeelding met getuigenis.​​​​​​​
Zijn grote voetstappen van schilder/auteur poog ik zelf al een tijd te drukken. Ik schilderde de vernieling van mijn thuisstad Leuven in een oorlog toen die 100 jaar voorbij was. Goya’s vernielde thuisstad werd nog tijdens zijn bezoek opnieuw aangevallen en dan ingenomen, tweehonderd jaar voor mijn eerste bezoek aan Belchite in 2008. Van Zaragoza vluchtte hij naar Fuendetodos. Kom ik hier op die rechte weg die zich kromt rond Oud-Belchite in zijn spoor? 


Zaragoza, 40 km. ten noorden van Belchite​​​​​​​
In Romeins Zaragoza gaf de maagd Maria vanop een pilaar de apostel Jacobus, schutspatroon van Spanje, witte ridder in een mythische slag tegen de ‘Moren’, opdracht rond haar beeldje een kerk te bouwen. De kerk zou overeind blijven tot het einde der tijden. Daar zou steeds wel een witte ridder een kruistocht voor beginnen. De uit dat eerste kerkje gegroeide Maagd-van-de-pilaarbasiliek houdt met zijn vier masten van torens de hemel als een tent op over Spanje.  
Goya, die als kind naar Zaragoza verhuisde, schilderde later in een koepel van de ‘Pilar’ de hemel met martelaren gezeten op wolken rond de maagd. Sommigen dragen mijters, net als de beelden in de vier hoeken onder de koepels in Belchite die vandaag echte blauwe hemel omlijsten.



De vlakte van Belchite, tussen Belchite en Fuendetodos 
Vandaag staan er heel wat witte pilaren met wentelende molens in het vlakke droge landschap. Tussen stilstand en omwentelingen, met geweld onderdrukt, is deze agrarische samenleving vaak heen en weer geschoten. Aan de piramidale staat kon niet getornd worden. Het ging om grond, door de meerderheid bewerkt zonder te bezitten, door enkelen bezeten zonder te werken. De kerk vond zo’n regeling best. Voor gerechtigheid was altijd nog de hemel. 
In 2008 was de voet van sommige molens versierd met een print van Caprichos van Goya, z’n satirische prenten die van de standenmaatschappij de misstanden op de hak nemen. Smulpapen en hooggeborenen zitten letterlijk op de kap van uitgemergelde landarbeiders.




Oud-Belchite
Sinds 2013 mag je enkel met een gids binnen, en wel door de oude stadspoort, de Arco de la Villa aan de Plaza Goya, schakel tussen Nieuw- en Oud-Belchite. Toen ik er was, kon je nog gewoon zomaar vanaf de weg het ruïneveld op.
Helemaal achteraan, aan de kant van de rivier Aguasvivas, vind je de parochiale San Martín de Tours, ernaast de kloosterkerk van San Rafael en ertegenover wat rest van een theater. Na de oorlog werd dat ‘Cine Goya’...  
Goya’s tekeningen en etsen, zoals de reeks ‘Desastres de la guerra’ hebben ondertiteling en laten zich in hun korrelige zwart-wit als een film projecteren op het Belchite van de jaren dertig. Goya levert commentaar.​​​​​​​
Back to Top