Bij het voorbijrijden van de ruïnes in de vlakte van Belchite (Aragón) beslis ik om ‘leven met zicht op het verleden’ te schilderen: het gemeenteleven verplaatste zich hier naar Nieuw-Belchite in de jaren ’50. Daardoor bewaren de gehavende kerken van Oud-Belchite nog brokstukken van laat-barokke versieringen waaruit de geest van Goya spreekt. De schilder is in het naburige dorp geboren. De auteur, zelf een schilder, verplaatst zich beurtelings in de iconische schilder en in een paar ingezetenen en ontdekt gaandeweg hoe gelijklopend hun oorlogsverhaal over de tijd heen is met dat van Goya. Het beeldverhaal is die associatiestroom, als een film, geprojecteerd op wat van de werkelijke setting overbleef.  
Dat filmverhaal begint in ‘Cine Goya’. Zo heet het stadstheatertje, voor altijd tegenover de parochiekerk gelegen, want samen bevroren in de tijd, maar in de ‘zwarte’ jaren dertig wordt er op den duur louter ophitsende propaganda vertoond. De gemoederen verhitten en de vete tussen beeldendragers in een processie en beeldenstormers die de macht van de oude instituten willen breken, ontaardt in een slachting. Door het strategische belang van het stadje is het aantal doden na verovering door — en vervolgens verdrijving van — het Republikeins leger opgelopen tot ver boven het bewonersaantal: de soldaten komen van overal. Belchite wordt niet heropgebouwd; Franco belooft ‘voor zoveel heldenmoed’ een nieuw dorp, netjes naast het ruïneveld, waar de spoken van de gruwel blijven waren.
Maar kleurt de waarheid wel zo mooi binnen de lijntjes van de geschiedenis? Ze is veelkantig. De oude dame in een rolstoel die aan de Republikeinse kant stond, belandde niet in de statistieken van verliezen, terechtgestelden en gestraften van die ene oorlog, maar kan je anderzijds als meisje wel zien op etsen van Goya’s ‘verschrikkingen van de oorlog’ en zelfs in beelden van recente oorlogen. 
Goya schilderde een allegorie: Tijd onthult Waarheid. Wordt ze in Belchite niet net vervalst door de tijd? Tijd ‘schilderde’ toch mee aan de ‘oorlogsruïne’, creëerde ze dus voor een groot stuk? Tussen de tijdvakken Oud- en Nieuw-Belchite gaapt immers een gat van 18 jaar waarin de ‘ruïne’ wel nog bewoond werd, in afwachting van het nieuwe dorp. Santiago, die de rolstoel duwt, was toen kind. ‘Gelijkplaatsig’ lopen hij, de dame, Goya en bezoekers vandaag elk in een andere realiteit rond. 
Back to Top